Het is driejuni.


De zon prikt in je ogen als je de snelweg afdraait.
Terwijl je de zonneklep naar beneden klapt, passeert een mijmering over de zomervakantie.
Je hebt er zin in. Nog een paar weken en dan is het zo ver.

Aan de kant van de weg staat een grote parasol.
Eronder een krantlezende ijsverkoper.
Als vanzelf stuur je erheen, stapt uit en vraagt ‘de grootste die je hebt’.
Je jas heb je in de auto laten liggen.
Ach, met zulk weer sta je daar ook niet bij stil.

Nu maar naar die afspraak.
Leuk contact is dat trouwens.
Je stroopt je mouwen op.
Lekker warm, eindelijk.

Het is driejuni.